(Dit boek is uitverkocht) Een nieuwe, meer uitgebreide versie met de titel Spyker is in juni 2024 verschenen.
Spyker 1898-1926 gaat over de destijds grootste autofabriek in Nederland. In 1880 vestigden de gebroeders Spijker in Hilversum een rijtuigfabriek. Door het bedrijf al na zes jaar te verplaatsen naar Amsterdam werd een grotere afzetmarkt aangeboord. Met de komst van de auto realiseerden de gebroeders Spijker zich dat de jaren van paard en rijtuig geteld waren en schakelden zij over op de productie van auto`s. Lang niet alle vindingen die de Amsterdamse fabriek lanceerde waren succesvol, maar met de ontwikkeling van de vierwielaandrijving in 1903 en de eerste staande zescilinder in hetzelfde jaar en het verkreeg Spyker wel internationale bekendheid. Later volgde het ‘dust shield chassis’. De fabriek breidde zich tussen 1903 en 1907 sterk uit, maar men slaagde er niet in de toegenomen productiecapaciteit optimaal te benutten. Onder leiding van nieuwe bewindvoerders werd de thans Industriële Maatschappij ‘Trompenburg’ geheten fabriek in 1908 na een faillissement nieuw leven ingeblazen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog legde men zich zelfs korte tijd toe op het ontwerpen en fabriceren van vliegtuigen.
Na 1918 produceerde men vrijwel uitsluitend duurdere auto’s (de C1 en de C4), maar de economische depressie van de jaren 1921 en 1922 leidde tot een hernieuwd faillissement. Na een moeizame doorstart volgde in 1926 de openbare verkoop van de typisch Nederlandse autofabriek.
Uitgever: De Bataafsche Leeuw.
Verschijningsdatum: maart 1998.
Boek: 360 pagina’s.
Ruim 25 jaar na het verschijnen van dit boek, verscheen in 2024 een uitgebreider boek met de titel: Spyker.