Compensatie wegens schone auto’s

vroege autoRuim honderd jaar geleden maakte de auto een einde aan een groot milieuprobleem. Toch was niet iedereen enthousiast over de komst van de schone auto’s. De gevestigde belangen waren groot. Daarom streefden zij naar financiële compensatie wegens de verwachte schade.

De komst van de auto in ons land maakte een eind aan een groot milieuprobleem. Het verkeer en transport maakte tot dan toe gebruik van veel paarden. Lopend in onze steden en dorpen, lieten zij daarbij de mest en urine rijkelijk vallen. Bijna 95 procent van het vuil op de wegen, was afkomstig van paarden. Dit was een bron van infectieziekten, zoals tuberculose en tyfus, waaraan destijds veel mensen overleden. Met de komst van de auto’s en motorfietsen, later gevolgd door de vrachtwagens en bussen, verdwenen de paarden uit de steden en dorpen en namen de infectieziekten af.

Niet iedereen was blij met de komst van de schone gemechaniseerde vervoermiddelen. De gevestigde sector wilde vasthouden aan de ‘vieze’ paarden. De stalhouders, hoefsmeden, graanhandelaren, rijtuigfabrikanten en paardenhandelaren vreesden de komst van de auto. Er stond namelijk veel werkgelegenheid op het spel. Tienduizenden die het dagelijkse brood verdienden met de ‘vieze’ paarden, zouden schade leiden wanneer de schone auto’s in grote aantallen op de wegen verschenen. Sommige bedrijven, zoals de rijtuigfabrikanten, pasten zich aan. Spyker (Amsterdam), Lathouwers (Den Bosch) en Kimman (Haarlem) zijn daar voorbeelden van. Maar tal van anderen, paardenhandelaren, stalhouders en hoefsmeden, moesten op den duur het bedrijf sluiten. In reactie op deze verwachte ontwikkeling kwam de lobby voor de ‘vieze’ paarden op gang. In 1901 stuurde bijvoorbeeld de Bond van Stalhouders in Nederland een brief naar de Tweede Kamer, waarin zij compensatie voor de verwachte schade eisten. Het mocht niet baten. De komst van de schone auto was niet te stuiten. De oude ‘vieze’ sector kromp in en veel werkgelegenheid ging verloren. Maar in andere sectoren van de maatschappij ontstond nieuwe werkgelegenheid. Er kwamen bijvoorbeeld autohandelaren en benzinepomphouders.

Ook de overheid ondervond ‘schade’ van de komst van schone auto’s. Zij kreeg namelijk te maken met een derving van inkomsten uit de paardenbelasting. Om de neergang hierin te compenseren, werd in 1908 een speciale belasting op het bezit van auto’s ingevoerd. In Nederland lag de belastingdruk op auto’s toen hoger dan in bijvoorbeeld Engeland en Duitsland.

Na ruim honderd jaar hebben we te maken met teveel uitstoot van CO2 en toenemende olieschaarste. Ter oplossing van deze problemen verschijnt de elektrische auto, een schonere auto die bovendien minder afhankelijk is van de winning van de duurder wordende aardolie. Maar opnieuw is niet iedereen gerust  op de komst van dit nieuwe voertuig. Dat geldt bijvoorbeeld voor de pomphouders, die derving van inkomsten kunnen verwachten wanneer automobilisten in de toekomst op stroom in plaats van benzine of diesel rijden. Een eerste rechtszaak over de levering van stroom aan automobilisten is inmiddels gevoerd. Naar verluidt eiste de Bovag tijdens besprekingen over het Energieakkoord compensatie van de overheid, wanneer pomphouders door de stimulering van elektrische auto’s minder brandstoffen kunnen afzetten. Ook de overheid, namelijk het Departement van Financiën, is niet gerust op de komst van schonere en zuiniger auto’s en liet dat, naar verluidt, tijdens dezelfde besprekingen merken. Want het Departement van Financiën zal te maken krijgen met derving van inkomsten uit de brandstofaccijnzen en moet, ter compensatie daarvan, nog een antwoord formuleren.

 

Geplaatst: AutoVisie/Telegraaf, 12 december 2013.

Stem of voeg toe aanUitleg over het gebruik van deze icons :  Plaatsen/stemmen op NUjij Plaatsen/stemmen op eKudos Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op Digg Stumble it! Voeg dit artikel toe aan Del.icio.us Voeg toe aan je Google bladwijzers Abonneer je op de RSS-feed van deze site

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *