Een Spykerharde mythe

Was Spyker vroeger de ‘Rolls-Royce van het Europese continent’? Het is een uitspraak die je wel eens tegenkomt, waarmee het exclusieve van deze Nederlandse auto’s wordt onderstreept. Maar klopt dit verhaal eigenlijk wel?

Waar kan het verhaal vandaan zijn gekomen, dat Spyker als de ‘Rolls-Royce van het continent’ bekend zou hebben gestaan? Het verhaal verwijst naar de Spyker C4 uit de jaren twintig, een van de meest exclusieve auto’s die de Amsterdamse fabriek heeft gemaakt. Wanneer de Spyker C4 een ‘Rolls-Royce van het continent’ zou zijn geweest, dan kun je hieruit twee conclusies trekken. Namelijk dat Rolls-Royce de beste auto’s maakte en Spyker de beste auto’s van het continent.

Rolls-Royce stond destijds zonder meer hoog aangeschreven. Henri Wijnmalen, directeur van de Spyker-fabriek, was bijvoorbeeld in het bezit van een Rolls-Royce 40/50 pk Silver Ghost. Maar waarom zou iemand na de Eerste Wereldoorlog de kwaliteit van een nieuwe, moderne auto zoals de Spyker C4 willen vergelijken met een Engels model dat toen al bijna 15 jaar op de markt was? Rolls-Royce had in 1907 een auto van hoge kwaliteit uitgebracht, maar na de Eerste Wereldoorlog was dit model technisch toch wel een beetje gedateerd.

Mercedes 28/95 PS

Dat de Spyker C4 op het vaste land van Europa op eenzame hoogte stond, is niet correct. Zonder twijfel waren de Mercédès 28/95 pk, Hispano-Suiza H6 en Isotta-Fraschini 8 exclusiever dan de Spyker C4. Qua prestaties moest de Spyker het bijvoorbeeld afleggen tegen de veel sterkere Mercédès. Dat bleek ook bij wedstrijden in Scheveningen, waar beide auto’s tegen elkaar uitkwamen. Auto’s van Hispano-Suiza hadden niet alleen een sterker motorblok, maar waren vaak voorzien van de mooiste en kostbaarste carrosserieën van Franse makelij. In de concours d’elegance van destijds werden deze Franse carrosserieën zeer gewaardeerd. Mede omdat de Amsterdamse fabriek in een dure tijd onderdelen had ingekocht, was de Spyker C4 een (te) dure auto. De C4 was daardoor alleen in prijs te vergelijken met de andere topmodellen. Door onder andere de te hoge prijs stagneerde de verkoop al gauw.

Spyker C4

De mythe ontstond waarschijnlijk ruim 30 jaar nadat de laatste Spyker de poort had verlaten. In 1956 schreef F. Habnit in Het Dafblad dat een Spyker C4 begin jaren twintig zeer kostbaar was. Volgens hem kostte de auto omgerekend 90.000 gulden, waarvoor men in 1956 een Rolls-Royce kocht. Enkele jaren later schreef C. Poel jr. in de Autokampioen dat de Spyker C4 in Engeland de reputatie verwierf van ‘Rolls-Royce van het continent’. Daarmee kwam de mythe vermoedelijk tot leven. Dat het verhaal toen ontstond is begrijpelijk. Want op dat moment was Rolls-Royce de belangrijkste Europese fabrikant van exclusieve auto’s. Bovendien was Poel jr. zelf al jaren lang in bezit van een Spyker C4, een auto om best trots op te zijn. Nadien werd de opmerking van Poel in veel artikelen herhaald en zwol de mythe verder aan. Hoewel Spyker luxe en kostbare auto’s heeft gemaakt, mist het verhaal grond. De Amsterdamse fabriek was er een zoals er wel meer waren in Europa, actief in het midden en hogere marktsegment. Omdat het onze meest exclusieve autofabriek was, hoort Spyker wel in het rijtje grote landelijke merken thuis. Net als Minerva, Mercédès, Hispano-Suiza, Isotta-Fraschini en Rolls-Royce.

Geplaatst: AutoVisie/Telegraaf, 23 oktober 2012

Stem of voeg toe aanUitleg over het gebruik van deze icons :  Plaatsen/stemmen op NUjij Plaatsen/stemmen op eKudos Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op Digg Stumble it! Voeg dit artikel toe aan Del.icio.us Voeg toe aan je Google bladwijzers Abonneer je op de RSS-feed van deze site