Geldverspilling door de gebroeders Spijker

Na enkele jaren met groot succes auto’s te hebben gemaakt, kwam de Amsterdamse autofabriek in 1907 in financiële problemen. De verkoop van Spykers stagneerde. Maar daarnaast wordt in oudere literatuur ook vaak verwezen naar Jacobus Spijker. Van hem gaat het verhaal dat hij veel geld verspilde met experimentele constructies en ontwerpen van auto’s. Hendrik Jan Spijker zou niet eens zijn geweest met de experimenten van zijn broer, waardoor hij in 1904 naar Nederlands-Indië vertrok. Hij zou naar de eigen houtplantages op Borneo zijn gegaan. Maar klopt deze overlevering?

Het is zonder meer waar dat in de jaren tot en met 1907 een tiental patenten werden verleend aan Jacobus Spijker. De patenten hadden betrekking op bijvoorbeeld de constructie van een motor, een chassis, een carburateur, een ophanging van de stuurstang, een constructie van de carrosserie of een manier van aandrijving. Van sommige patenten moet worden betwijfeld of het ontwerp ook daadwerkelijk is gebouwd. Dat geldt bijvoorbeeld voor een verleend patent op de aandrijving door middel van luchtdruk. Mogelijk dat een patent op de aandrijving op alle vier de wielen door middel van elektrische motoren wel is gebouwd. Andere patenten, zoals die betrekking hadden op het chassis en het motorblok, werden in productie genomen en brachten de fabriek veel bekendheid (zoals het dustless chassis en de smoke less engine).

Patent op een auto waarbij alle vier de wielen door luchtdruk worden aangedreven.

Of het geëxperimenteer van Jacobus Spijker met veel geldverspilling gepaard ging is niet met cijfers te achterhalen. Gegevens daaromtrent ontbreken. Maar dat Hendrik Jan Spijker om reden hiervan de fabriek verliet en naar Nederlands-Indië vertrok is niet erg aannemelijk. Daarnaast deed Hendrik Jan een investering die aantoonbaar heel veel geld heeft gekost.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is H.J.-Spijker-in-Ned.-Indie.png

Hendrik Jan Spijker in Nederlands-Indië (Stadsarchief Amsterdam)

In 1904 reisde Hendrik Jan Spijker samen met A.H. Pröttel naar Batavia. Beide mannen kenden elkaar al langere tijd. Pröttel was destijds een heel bekende handelaar in allerlei producten, van keukenwaren tot en met rijtuigen. In voorgaande jaren had Pröttel rijtuigen van de gebroeders Spijker in Nederlands-Indië verkocht. Veel Nederlanders vergaarden grote rijkdom in Nederlands-Indië en het land had daarom grote aantrekkingskracht op ondernemers en investeerders. Kort nadat beide mannen elkaar hadden getroffen vroegen zij een vergunning aan om mijnbouwkundig onderzoek te doen in Oost-Java. Een tiental onderzoeken werden daarna gefinancierd door Hendrik-Jan Spijker.

Hendrik Jan Spijker op een boorlocatie (Stadsarchief Amsterdam)
De boortoren met Hendrik Jan Spijker (Stadsarchief Amsterdam)

Hoewel de meest onderzoeken weinig hadden opgeleverd, werd eind 1906 de Java Jodium Syndicaat opgericht. De bedoeling was dat deze maatschappij jodium zou gaan winnen, volgens een procedé dat Hendrik Jan Spijker bekend was. Hij investeerde 598.000 gulden in de nieuwe onderneming. Nog voordat dit bedrijf de winning opstartte, vertrok hij naar Nederland. Samen met zijn broer had hij in februari 1907 een afspraak met Engelse investeerders om de Amsterdamse fabriek te verkopen. Na afloop van de besprekingen vertrokken de beide broers naar Nederland, waarbij Hendrik Jan een dag eerder per boot vertrok. Door schipbreuk van de veerboot op de pier van Hoek van Holland verdronk Hendrik Jan Spijker.

Hendrik Jan verdronk in februari 1907, met hem ging ook de kennis hoe de jodium te winnen verloren (Archief Rotterdam)

In datzelfde jaar kwam zoals gezegd de fabriek in financiële problemen, ging failliet en maakte een doorstart. Jacobus Spijker werd daarbij gedwongen te vertrekken. Het geld dat eind 1906 in de Java Jodium Syndicaat was geïnvesteerd, had mogelijk het faillissement kunnen voorkomen. Maar het geïnvesteerde kapitaal ging na het overlijden van Hendrik Jan Spijker verloren. Alleen hij wist hoe de jodium moest worden gewonnen en nadien konden geraadpleegde deskundigen de methode niet herleiden. De aandelen in de firma gingen na overlijden van Hendrik Jan over naar Jacobus Spijker en bleken nagenoeg waardeloos. Ze werden uiteindelijk in 1912 voor honderdvijftig gulden verkocht.

Reacties op het nieuwe boek over Spyker.

Stem of voeg toe aanUitleg over het gebruik van deze icons :  Plaatsen/stemmen op NUjij Plaatsen/stemmen op eKudos Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op Digg Stumble it! Voeg dit artikel toe aan Del.icio.us Voeg toe aan je Google bladwijzers Abonneer je op de RSS-feed van deze site