Meerdere klassieke auto’s voor tientallen miljoenen verkocht

De afgelopen jaren is er in de pers met regelmaat aandacht besteed aan de hoge bedragen die voor een auto’s werden betaald. Enkele Ferrari’s brachten rond 50 miljoen dollar op. Recentelijk werd een Mercedes-Benz voor ruim 50 miljoen dollar geveild en het hoogste bedrag van tot nu toe werd in 2022 voor een Mercedes-Benz betaald. Dat was toen ruim 140 miljoen dollar. In 2018 schreef ik een artikel voor een Engelse financiële dienstverlener, waarin de verwachting werd uitgesproken dat bepaalde auto’s in waarde zouden stijgen. Dat artikel, waarin een vergelijk wordt gemaakt met de (eerdere) ontwikkelingen in de kunstmarkt, is hieronder terug te lezen.

1954 Mercedes-Benz 196 R geveild door RM Sotheby’s in 2025 voor ruim 50 miljoen dollar. (Foto: RM Sotheby’s)

De klassieke automarkt en de kunstmarkt

Wanneer er gesproken wordt over bijzondere klassieke auto’s, worden deze nog wel eens vergeleken met kunst. Dat gebeurt meestal op twee manieren. Eigenaren of liefhebbers zeggen bijvoorbeeld dat een bepaalde auto een heel mooie carrosserie heeft, en dat zij deze als een kunstvoorwerp beschouwen. Ook buitenstaanders, zoals professionals in financiële sectoren, maken het vergelijk. In publicaties worden klassieke auto’s namelijk vaak op een heel andere manier in relatie gebracht met kunst. Dan kijkt men naar de rendementen op investeringen en worden auto’s in een adem genoemd met bijvoorbeeld schilderijen, antieke meubelen, wijn, whiskey of horloges. Men komt dan bijvoorbeeld tot de slotsom dat de rendementen op auto’s van het jaar 2000 tot en met 2015 hoger waren dan op de andere. Kijkend naar de rendementen op geïnvesteerd kapitaal is dit een heel andere kijk op de verhouding van kunst met auto’s.

Maar laten we eerst eens een vergelijk maken tussen de kunstmarkt en de markt van (klassieke) auto’s, door te kijken naar de jaarlijkse omzetten hierin. Over de kunstmarkt worden rapporten gepubliceerd, waarin onder meer de totale omzet in kunst wordt vermeld. In een staafdiagram wordt de mondiale omzet van kunst vanaf het jaar 2002 weergegeven. In deze staafdiagram is te zien dat de verkopen rond 2003 wat afnamen en daarna sterk stegen. In 2008 en 2009 vond er een stagnatie plaats, waarna later weer een stijging in de totale omzet plaatsvond. Beginnend in de tweede helft van 2015, zakte de omzet rond 2016 in. Met name in het hogere marktsegment daalden de prijzen. In 2017 vond een herstel plaats. Verwacht wordt dat de kunstmarkt vanaf 2018 weer licht zal aantrekken, omdat het vertrouwen in de markt de goede kant op gaat. (Naschrift: in 2018 kwam dat uit op bijna 68 miljard dollar.)

Jaarlijkse omzet in de kunstmarkt in miljarden dollars.

Dit vertrouwen is op gebaseerd op de economische groei. Uit onderzoek is gebleken dat de kunstmarkt, met een vertraging van circa een half tot een heel jaar, de financiële markten volgt. De financiële markten worden weer beïnvloed door onder meer politieke onzekerheden. Door een vertraging in de economie en politieke onzekerheden, zakte de kunstmarkt in 2016 in. Door een economische groei in 2017, won de kunstmarkt weer terrein. Dit ondanks politieke onzekerheden, zoals het beleid van Donald Trump en het verloop van de beoogde Brexit.

Rapporten zoals die over de kunstmarkt worden geschreven, worden niet over de markt van klassieke auto’s gepubliceerd. Maar toch kan een vergelijk worden gemaakt. Het beeld van de totale verkopen in de mondiale kunstmarkt kan vergeleken worden met het beeld van het aantal auto’s dat in de afgelopen jaren voor meer dan een miljoen dollar is geveild. We hebben het dan over auto’s die minimaal 10 jaar oud zijn op het moment waarop ze worden geveild. Ook dit aantal is in bijna twintig jaar tijd sterk toegenomen. Vanaf 2003 steeg het aantal auto’s dat boven een miljoen dollar op veilingen werd verkocht. In 2008 waren dat meer dan tachtig exemplaren. Daarna vond er stagnatie plaats. Maar met bijna veertig verkochte exemplaren van boven een miljoen dollar in 2009 waren dat er nog altijd meer dan in de jaren 1998 tot en met 2006. Vanaf 2010 vond er weer een toename plaats. In 2012 werden voor het eerst in de geschiedenis meer dan honderd auto’s boven een miljoen dollar geveild. Het jaar 2013 ging daar ruimschoots overheen, net als in 2014 en 2015. In deze twee laatste jaren werden zelfs meer dan tweehonderd auto’s boven een miljoen op veilingen verkocht. En net als in de kunstmarkt, vond er in 2016 een terugval plaats. Een jaar later lag het aantal weer net boven de tweehonderd. 2018 zal waarschijnlijk hier weer in de buurt komen. Beide staafdiagrammen vertonen daarmee eenzelfde ontwikkeling.

Aantal klassieke auto’s dat boven de miljoen dollar werd geveild.

Er zijn meer overeenkomsten met de kunstmarkt. De hoogste prijzen die voor kunst en auto’s werden betaald, liepen steeds verder op. Dit gold met name voor schilderijen, met een waarde van meer dan 10 miljoen dollar. Over de prijzen in het laagste segment, dat zijn schilderijen tot 5.000 dollar, werd weinig positiefs geschreven. Daardoor werd de kloof tussen het topsegment en de grote massa steeds groter. In 2017 werd circa 1 procent van de schilderijen op veilingen voor meer dan een miljoen dollar geveild. Zij waren goed voor ruim 60 procent van de totale opzet. Een minimaal percentage van schilderijen dat voor meer dan 10 miljoen dollar werd verkocht, was goed voor een aandeel van ruim 30 procent in de totale veilingopbrengst. Hier tegen over stond dat ruim zestig procent van de schilderijen voor minder dan 5000 dollar werd geveild. Deze schilderijen brachten gezamenlijk slechts 1 procent van de totale verkoop op.

De toenemende kloof in waarde vindt ook in de markt van klassieke auto’s plaats. Of het nu Fords of Humbers zijn, of andere in massa gefabriceerde auto’s uit de jaren twintig tot en met de jaren zeventig zijn, ooit genoten deze auto’s de belangstelling van liefhebbers. Maar heden ten dage trekken ze weinig belangstellenden. In verhouding tot andere auto’s, zijn ze steeds goedkoper geworden. Natuurlijk zijn sportief oogende auto’s en de in grotere aantallen geproduceerde sportwagens uit de jaren vijftig en zestig vaak in waarde gestegen. Maar doorgaans heeft de grootste prijsstijging plaatsgevonden onder de bijzondere (sport) auto’s, die de afgelopen dertig jaar in de top van de markt stonden. Dat zijn bijvoorbeeld de Ferrari 250 GT SWB en 250 GTO. Deze auto’s zijn in verhouding tot andere sportwagens, in veelvoud in waarde gestegen. In 2000 kostte een mooie Jaguar XK140 DHC circa 45.000 pond. De hoogst geveilde auto bracht in 2017 ruim 160.000 pond op. Dat komt neer op een verschil van zeg 120.000 pond en nog geen verviervoudiging van de waarde. In 2000 werd een Ferrari 250 GTO voor 8 miljoen dollar verkocht verkocht. Eerder dit jaar werd een 250 GTO voor ruim 48 miljoen dollar geveild en een ander voor een nog hoger bedrag verkocht. De geveilde auto heeft t.o.v. het jaar 2000 een (fictieve) waarde vermeerdering van 40 miljoen dollar ondergaan, een verzesvoudigde in waarde. De andere, privé verkochte auto is fictief bijna tien maal zo duur geworden.

Hoogste veilingresultaten van een Jaguar XK140 dhc.

Hoogste veilingresultaten van een Ferrari 250 GTO

Cijfers over het aandeel van auto’s boven een miljoen dollar geveild en het aandeel daarvan in de totale omzet op veilingen, vergelijkbaar met de cijfers van de kunstmarkt, ontbreken. Maar bijvoorbeeld RM Sotheby’s bood in augustus 2018 op één veiling 150 auto’s aan. De auto’s die verkocht werden brachten gezamenlijk een totaal bedrag van bijna 160 miljoen dollar op. De drie duurste auto’s, 1 procent van het aanbod, brachten gezamenlijk bijna 80 miljoen dollar op. Dat was ongeveer 50 procent van de omzet. Een voorzichtige conclusie zou kunnen zijn dat de markt van klassieke auto’s ook in dit opzicht lijkt op de kunstmarkt.

Kunstverzamelaars zijn veelal gericht op schilderijen uit bepaalde perioden. De meeste belangstelling gaat uit naar Modern Art, gemaakt door artiesten geboren tussen 1875 en 1910 en naar Post War and Contemporary Art, gemaakt door artiesten geboren na 1910. Deze twee catogoriën hadden in 2017 een marktaandeel van respectievelijk bijna bijna 30 en 45 procent. Impressionist and Post Impressionist Art, gemaakt door artiesten geboren tussen 1821 en 1874 en Old Masters hadden een gezamenlijk marktaandeel van nog geen 30 procent. Deze marktaandelen kwamen overeen met de aandelen in waarde van de totale omzet op kunstveilingen.

Hierbij moet echter wel een nuance worden aangebracht. Deze verdeling wordt beïnvloed door de omvang van het aanbod en de kwaliteit daarvan. Echte topstukken van bijvoorbeeld Old Masters worden niet vaak op een veiling gebracht. Dit is daardoor een categorie met een kleine marktaandeel en een klein deel in de omzet. Want wanneer dergelijke schilderijen worden aangeboden, worden deze wel leens voor zeer hoge bedragen geveild. Het kostbaarste dat op een veiling werd verkocht is een schilderij van Leonardo de Vinci.

De top van de kunstmarkt is relatief breed. Voor schilderijen van bijvoorbeeld Paul Cézanne, Paul Gauguin, Vincent van Gogh, Gustav Klimt, Pablo Picasso enz, worden hoge prijzen betaald. In een overzicht van de duurste 50 schilderijen worden ruim twintig verschillende schilders vermeld. Pablo Picasso wordt daarin het meest genoemd, met zeven werken.

De geschiedenis van auto’s gaat natuurlijk niet zo ver terug in de tijd. Maar ook hier zien we dat kopers vooral belangstelling hebben voor relatief jonge auto’s. De kostbaarste auto’s zijn doorgaans de auto’s die in de jaren 1950 tot en met 1970 zijn gemaakt. Auto’s van voor 1940 hebben doorgaans minder belangstelling. En zelfs de belangstelling voor auto’s gemaakt tussen 1944 en 1955 lijkt de laatste jaren af te nemen, gezien de prijsontwikkeling van een aantal voorbeelden.

In vergelijk met de kunstmarkt bevat anno 2018 de top van de 75 duurste klassieke auto’s veel minder merken. Dat zijn er twaalf, waarin Ferarri met maar liefst met ruim 40 auto’s vertegenwoordigd is. De top is in de automarkt veel smaller.

Wat kan hieruit worden geconcludeerd? Er zijn overeenkomsten tussen de kunstmarkt en de markt in klassieke auto’s. Te verwachten is dat, in navolging van de kunstmarkt, de kloof tussen de meest kostbare auto’s en de grote hoeveelheid niet/minder kostbare auto’s steeds groter zal worden. We moeten niet uitsluiten dat er over een aantal jaren auto’s voor 100 miljoen dollar worden verkocht. In de prijstijging van de meest bijzondere auto’s, zullen een groep van eveneens gewilde, maar meer voorhanden auto’s meestijgen in waarde. Het aantal auto’s in waarde tussen de 10 en 20 miljoen dollar zal naar verwachting toenemen. Maar de waardevermeerdering zal niet alleen plaatsvinden onder de auto’s van 1955 tot en met 1965, die nu het meest gewild zijn. Er zullen naar verwachting verschuivingen in de vraag gaan plaatsvinden, die veroorzaakt worden door veranderingen onder verzamelaars. Daarover een andere keer meer.

Stem of voeg toe aanUitleg over het gebruik van deze icons :  Plaatsen/stemmen op NUjij Plaatsen/stemmen op eKudos Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op MSN Reporter Plaatsen/stemmen op Digg Stumble it! Voeg dit artikel toe aan Del.icio.us Voeg toe aan je Google bladwijzers Abonneer je op de RSS-feed van deze site