Oliemaatschappij Shell wil naar olie boren in het arctisch gebied. Dat is slecht nieuws. Daarmee doel ik niet zozeer op bijvoorbeeld de ijsberen die misschien in de toekomst een zwart pak zullen halen. Dat de maatschappij hier gaat boren is slecht nieuws voor de automobilist.
Waarom zou iemand het in z’n hoofd halen om bij de Noordpool naar olie te boren? Daaraan zijn zonder meer risico’s verbonden. Toen in 2010 het olieplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico ten onder ging, had dat grote gevolgen voor bijvoorbeeld het milieu en middenstanders in het gebied. Nadien moest BP alle moeite doen om de olie op te ruimen. De uiteindelijke schade die de ramp veroorzaakte, bedroeg meer dan 40 miljard dollar. De ramp had ook gevolgen voor de waarde van de oliemaatschappij. Want op een zeker moment was de maatschappij circa 70 miljard minder waard op de beurs. Het verlies voor de aandeelhouders was toen groter dan de uiteindelijk toegebrachte schade. Tot op de dag van vandaag is de waarde van BP ten opzichte van 2010 niet hersteld. Aandeelhouders hebben daardoor, net als het milieu, schade geleden. Daarnaast was het tot dan toe zorgvuldig opgebouwde ‘groene’ imago van BP volledig verdampt.
Toen een jaar later in november 2011 een lekkage ontstond bij een platform van Chevron voor de kust van Brazilië, dook de koers van de maatschappij direct naar beneden. Uiteindelijk bleek het mee te vallen en was er niet veel aan de hand. Maar het betekent wel dat aandeelhouders zeer beducht zijn voor de gevolgen van een (grote) milieuramp met een olieplatform. Dat kost veel geld.
Dat Shell wil boren nabij de Noordpool is een veeg teken. Stel er ontstaat een probleem, bijvoorbeeld in de herfst, waardoor er een olielekkage ontstaat. Met een aanstaande winter op komst kan het betekenen dat Shell het probleem niet snel genoeg zal kunnen oplossen. De olielekkage kan dan gedurende langere periode doorgaan, waardoor de kosten van het opruimen van de olie met verloop van tijd zeer fors kunnen oplopen. Het kan leiden tot een forse neergang van de koers van het aandeel Shell. Niet voor niets waarschuwde de directeur van het Franse Total voor de grote risico’s die Shell met het boren naar olie nabij de Noordpool loopt. Ook (ex) leden van de top van BP lieten zich in soortgelijke bewoordingen hierover uit, net als de verzekeringsmaatschappij Lloyds. Stoppen met boren naar olie was volgens hen een kwestie van gezond (economisch) verstand. Toch zet Shell door.
Dat Shell ondanks alle risico’s doorzet, betekent dat de maatschappij de risico’s financieel aanvaardbaar vindt. Wanneer deze risico’s in de verwachtingen worden meegenomen, kan dat alleen maar betekenen dat Shell uitgaat van een hoge opbrengst van de olie (anders zou zo’n besluit onverantwoord zijn). Want hoe hoger de olieprijs, des te kostbaarder de winning van olie mag zijn en des te groter de risico’s die maatschappijen willen nemen. De vraag is nu hoe hoog Shell de olieprijs op lange termijn zelf inschat, dat zij zulke risico’s wil nemen. Gezien alle commotie, negatieve publiciteit en imagoschade die Shell sindsdien internationaal heeft opgelopen en de risico’s die verbonden zijn aan het boren in arctisch gebied, schat Shell de olieprijs straks kennelijk erg hoog in. Dat belooft voor de automobilist niet veel goeds.
Geplaatst: AutoVisie/Telegraaf, 4 januari 2013