Onder veel liefhebbers van oude auto’s is bekend dat Jacobus Spijker tussen 1901 en 1907 veel experimenteerde met de bouw van auto’s. De experimenten waren vooral gericht op technische vindingen. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk dat de Amsterdamse fabriek vanaf 1902 experimenteerde met de ontwikkeling van een zescilinder motor en met aandrijving op alle vier de wielen. Aan het eind van 1903 werd een chassis daarvan voor het eerst gepresenteerd op de Autosalon in Parijs. Maar daarnaast experimenteerde Jacobus Spijker ook met elektrische aandrijving, aandrijving door middel van lucht, met carburateurs, de toepassing van kogellagers enz.
Ontwikkelingen in carrosseriebouw zijn minder bekend
Minder bekend is dat Jacobus Spijker ook experimenteerde met de fabricage van carrosserieën. Hoewel in de vroege jaren van de auto vooral de techniek grote ontwikkelingen doormaakte en deze veel aandacht kregen, vonden er ook in de carrosseriebouw ontwikkelingen plaats. Veel carrosserieën waren afgeleid van rijtuigen, zoals de dus, tonneau en spider. De carrosserieën hadden een houten frame, waarop panelen van hout, ijzer en/of aluminium werden bevestigd. Het was een kunst om deze carrosserieën enerzijds zo stevig mogelijk te maken, anderzijds zo licht mogelijk te maken. Daarnaast wilde men ook de hoeken van de carrosserieën rond maken. Deze ronde vormen konden uit metaal worden gemaakt.
Experiment van Jacobus Spijker
Zoals in mijn nieuwe boek over Spyker besproken, experimenteerde Jacobus Spijker in 1903 met een techniek waarbij boombast-vezel in ronde vormen werd geperst. Deze werden vervolgens van een dunne laag koper voorzien om de carrosseriedelen verder te kunnen afwerken. Vermoedelijk bleef het echter bij een experiment en de aanvraag van een patent op deze techniek.
Aluminium carrosserieën van Rothschild
Ook andere voormalige rijtuigfabrieken experimenteerden met nieuwe technieken in de carrosseriebouw. Zo ontwikkelde het Franse Rothschild rond 1906 carrosserieën waarbij niet alleen de panelen, maar ook het frame uit aluminium spanten bestond. Deze spanten werden uit aluminium gefreesd. Rothschild kon een phaeton, een coupe-limousine en een coupe-berline leveren waarbij de carrosserie geheel uit aluminium bestond. Omdat in mijn boek hiervan geen afbeeldingen werd getoond, zijn deze hierbij geplaatst. Het gebruik van een houten frame met daarop aluminum panelen bleef echter nog jaren gangbaar in de carrosseriebouw.