Ter wille van het milieu is een verlaging van de maximumsnelheid op autosnelwegen ter sprake gebracht. Directe aanleiding is de vermindering van de stikstofuitstoot. Dat de snelheid van 130 km/h ter discussie zou komen te staan, was te verwachten. Want was het niet ter verlaging van de stikstofuitstoot, dan was het wel om een verlaging van de CO2-uistoot te bereiken. Want in beide gevallen kan de uitstoot worden verlaagd, door de maximumsnelheid te verlagen. Want hoe hoger de snelheid, des te meer verbruik van brandstof en des te hoger de uitstoot.
In februari 2011 verscheen een column in AutoVisie/De Telegraaf over de achtergrond van de verhoging van de snelheid tot 130 km/h, in juli 2011 een column waarin het terugdraaien daarvan werd aangekondigd. Beide columns kunt u hier terug lezen.
130 km/h, maar voor hoe lang?
Het is niet voor het eerst dat er een (pret)maatregel wordt genomen die door een volgend kabinet wordt teruggedraaid. Een recent voorbeeld daarvan is de aanpassing van de regeling betreffende de belastingsvrijstelling van zuinige auto’s. Ook de verhoging van de maximumsnelheid zal er straks aan moeten geloven. Het is slechts een kwestie van tijd.
De verhoging van de maximumsnelheid was een belangrijke verkiezingsbelofte van de VVD en de PVV. De één wilde 130 km/h, de ander 140 km/h. In februari opende de VVD zelfs de verkiezingscampagne voor de Provinciale Staten langs de A2 hiermee. Om ons land ‘sterker, veiliger en financieel gezond te maken’ werd de verhoging van de snelheid op wegen zelfs als concreet voorbeeld aangehaald.
Maar nu de verkiezingen zijn geweest en de Eerste Kamer is vastgesteld, worden er door het kabinet nieuwe plannen bedacht. De huidige verhoging van de maximumsnelheid tot 130 km/h op een aantal wegen is ons land nu nog een proef. Het is daardoor niet zeker of de maatregel straks blijvend wordt ingevoerd, en voor hoe lang. Want opvattingen opvattingen over de wenselijkheid hiervan kunnen veranderen, waardoor de snelheid na enige tijd toch weer wordt verlaagd. Het onlangs gepresenteerde Energierapport 2011 van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie lijkt al in die richting te gaan.
In het rapport wordt gesteld dat de transportsector een vitale economische sector is, die kwetsbaar is door zijn grote olieafhankelijkheid. Het transport is tevens een belangrijke bron van de uitstoot van CO2 en Nederland moet straks voldoen aan Europese eisen. Om het olieverbruik en de CO2-uitstoot te verkleinen, worden in het rapport een aantal oplossingen aangedragen. Het rapport rept met geen woord over maatregelen ten aanzien van de scheepvaart of het luchtverkeer. Deze twee sectoren verbruiken de meeste olie en stoten de meeste CO2 uit. De voorstellen in het rapport hebben alleen betrekking op het wegverkeer. Daarbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld zuiniger motoren en ICT-toepassingen op wegen. Om de doelstellingen te halen wordt ook een ‘zuiniger rijgedrag’ genoemd.
Wat moet er nu worden verstaan onder het stimuleren (afdwingen?) van een zuiniger rijgedrag? Wil het kabinet dat automobilisten minder snel optrekken, eerder overschakelen in een andere versnelling of de auto langer laten uitrollen wanneer men een verkeerslicht op rood nadert? Vast niet. Daarmee kun je toch nooit een redelijke vermindering in het brandstofgebruik realiseren of een lagere CO2-uitstoot. In de wetenschap dat een lagere snelheid zal leiden tot de grootste besparing op het verbruik van brandstof en een lagere uitstoot van CO2 kan dat maar één ding betekenen: De proef met 130 km/h was leuk, het wordt een tijd ingevoerd, maar daarna is het weer mooi genoeg geweest.
Geplaatst: AutoVisie/De Telegraaf, 1 juli 2011.
Déjà Vu
Op 12 februari 2011 opende de VVD de campagne voor de Provinciale Staten met een bijeenkomst langs de A2 bij Beesd. In zijn toespraak benadrukte Mark Rutte dat het kabinet maatregelen wil nemen om het land sterker, veiliger en financieel gezond te maken. Als concrete maatregel van het kabinet noemde hij dat straks op sommige trajecten 130 km mag worden gereden. Ter gelegenheid van de start van de campagne werd een eerste 130 km bord onthult. En aan het eind van de bijeenkomst deelden VVD-ers flyers uit met de stelling: Nederland vooruit. Met 130 km per uur.
Los van de vraag of Nederland er inderdaad fors op vooruit gaat wanneer we in, met name, afgelegen gebieden in de provincie harder mogen rijden (de files in de Randstad nemen onverminderd toe), is het de vraag of dit ook beantwoordt aan de doelen die de VVD zelf bij aanvang van de bijeenkomst benadrukte. Wordt ons land sterker, veiliger en financieel meer gezond wanneer we harder mogen rijden? Wie hiertussen een relatie ziet, mag het zeggen.
Een ander aspect dat Mark Rutte noemde was dat hij bezorgd was over de opkomst voor de Statenverkiezing. Hij was bang dat omdat de VVD het goed in de peilingen doet, mensen om die reden thuis blijven. Door vervolgens op de verhoging van de maximumsnelheid te wijzen, hoopt Mark Rutte dat de vreugde hierover zal leiden tot een hoge opkomst en een verkiezingszege voor de VVD.
Kennelijk is de automobilist van cruciaal belang in een goed resultaat tijdens de verkiezingen. Dat is niet voor het eerst. Ook tijdens de verkiezingen van 1977 stelde de VVD de auto centraal in de verkiezingen. Andere partijen wilden toen de groei van de automobiliteit afremmen, de VVD was tegen het ‘autootje pesten’. De campagne leidde tot een winst van 22 naar 28 Kamerzetels.
Sinds de VVD in 1975 constateerde dat de gewone man meer geïnteresseerd is in het wel en wee van zijn auto dan in een ‘wazige’ ideologie, is de automobilist van groot belang in de politieke strijd. Kort voor verkiezingen zijn sindsdien vaak leuke maatregelen ten aanzien van de auto genomen of prachtige beloften gedaan. De files zijn desondanks alleen maar toegenomen.
Geplaatst: AutoVisie/De Telegraaf, 14 februari 2011.